Twee heel verschillende wetten

 

Laatst viel mijn oog op de volgende tekst uit de brief van Paulus aan de Romeinen.

In vers 2 van hoofdstuk 8 schrijft hij: “De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u immers bevrijd van de wet van de zonde en de dood.” (NBV21).

 

Mijn eerste gedachte was: ik heb nooit onder de wet geleefd.

Ik ben niet ten tijde van het Oude Testament opgegroeid.

Bedoelt Paulus met de wet van zonde en dood, de wetten uit het oude verbond?

Hoofdstuk 7 van dezelfde brief lezend, kom ik tot de conclusie: die wet bedoelt hij niet.

Hij schrijft in hoofdstuk 7, vers 12 over de wet van het oude verbond: “Kortom, de wet zelf is heilig en de geboden zijn heilig, rechtvaardig en goed.” (NBV21).

Het gaat kennelijk over een andere wet, die hij aanduidt als “de wet van zonde en dood”.

In hoofdstuk 7, de verzen 21 tot en met 23, benoemt hij de werkingen van die wet.

Hij zegt, dat het kwade zich aan hem opdringt, ook al wil hij het goede doen.

Hij stemt vol vreugde in met Gods wet, maar in alles wat hij doet, ziet hij een andere wet.

Een wet, die hem een gevangene maakt van de wet van zonde.

Die uiteindelijk de dood tot gevolg heeft.

Paulus bedoelt met de wet van zonde en dood de wetmatigheden van wetteloze machten.

Machten, die tegen alles van God en Jezus in je leven ingaan.

Die alle mogelijke middelen gebruiken om ervoor te zorgen, dat jij in die werkingen meegaat.

Ook als je gelooft en belijdt, dat Jezus voor jouw zonden is gestorven.

 

Als gevolg van de zondeval van de mens, (Genesis hoofdstuk 3) heeft iedere mens met de wet van

zonde en dood te maken.

Maar lang niet iedere mens is zich daarvan bewust.

Mensen denken: zo ben ik nu eenmaal en zo gaat het nu eenmaal.

Weinig aan te doen.

Helaas geldt dit ook voor veel Christenen.

Anderen denken, dat de bevrijding van de wet van zonde en dood door bekering, wedergeboorte en doop in Heilige Geest, voltooid is.

Het is een leugen van boze geesten, die op die manier nog zoveel mogelijk invloed op je leven willen houden.

Jij maar belijden, dat je een nieuwe schepping bent, maar intussen blijkt daar in de praktijk maar weinig van terecht te komen.

En als je dat op een gegeven moment ontdekt, word je wijs gemaakt, dat het jouw eigen schuld is. Maar eigenlijk komt het door een verblinding, waardoor de werkelijke betekenis van de woorden “in

Christus Jezus” in vers 2 aan je voorbijgaat.

Gelukkig wil de Heer die betekenis aan jou duidelijk maken.

Ook als je, net als ik, in eerste instantie de woorden uit vers 2 van hoofdstuk 8 van de brief

aan de Romeinen oppervlakkig leest.

 

De woorden “in Christus Jezus” en “in Christus” komen in de brieven van Paulus herhaaldelijk voor.

Bijvoorbeeld in hoofdstuk 1, vers 5, van de eerste brief aan de Korintiërs en in de hoofdstukken 1 en

2 van de brief aan de Efeziërs.

Het boek spreekt niet van “in Christus Jezus”, maar zegt het zo: “Doordat u met Christus Jezus verbonden bent.”

In Christus Jezus verbonden in Heilige Geest.

Eén met Hem.

En dat altijd en eeuwig.

Maar is dat al zo?

Leef je al elke dag van minuut tot minuut bewust in verbondenheid met de Heer?

Dat is het doel.

Daar moet het naar toe.

“Alles te doen (met Hem) in overleg”, zegt lied 242 uit onze zangbundel.

Maar zover is het nog niet.

Nog altijd proberen, die werkingen van de wet van zonde en dood, die eenheid met je Heer te verstoren.

En helaas nog te vaak met succes.

Waarom?

Omdat je die werkingen nog niet altijd in de gaten hebt.

Je hebt het altijd al zo gedaan.

Zo te denken, te reageren of te handelen is voor jou de gewoonste zaak van de wereld.

Je hoort in de samenkomst dat het allemaal anders kan.

Maar thuisgekomen kun je zo weer in die oude patronen terugvallen.

Jacobus schrijft er iets over in de verzen 22 tot en met 25.

Kortgezegd komt dat op het volgende neer: je moet het woord niet alleen horen (of lezen), maar ook doen.

En juist in dat laatste zit vaak het probleem.

Je hoort of leest het woord, maar weer in de dagelijkse bezigheden verdwijnt het naar de achtergrond.

 

Jaren geleden was het thema van een jeugddienst: “Sta eens even stil bij het werk aan jouw weg.”

Jouw weg met de Heer om precies te zijn.

Besteed daar wat vaker en meer tijd aan.

Wanneer dan?

In de samenkomst?

Tijdens het lezen in je bijbel?

Ja dan ook.

Maar ook juist op die momenten dat alles weer gaat, zoals je het gewend was.

Dan bij de les zijn.

Dan de Heer zoeken.

Zijn rust, zijn woorden, zijn klimaat.

Jezus gaat met enige regelmaat de berg op om te bidden.

Zich door Zijn Vader met gedachten te laten voeden.

Waarom zouden wij dat dan niet doen?

Samen met de Heer mag je ontdekken, waar je nog leeft vanuit oude patronen.

En bewust gaan leven vanuit, wat de Heer je aanreikt.

En vraag gerust om voorbede in de gemeente.

In zo’n proces word je verder bevrijd van de wet van zonde en dood.

En steeds meer vervuld met de wet van de Geest, die in Christus Jezus leven brengt.

 

Jan Verwoerd