Daal niet af!
Veel christenen kennen het verhaal van de barmhartige Samaritaan.
Je vindt het in Lucas 10, de verzen 30 tot en met 37.
Het gaat over iemand, die afdaalt van Jeruzalem naar Jericho.
Hij valt in handen van rovers, die hem alles afnemen en hem mishandelen.
Om hem vervolgens hulpeloos achter te laten.
Een priester en een leviet, die langslopen, laten hem links liggen.
Uiteindelijk wordt hij gered door een Samaritaan.
In veel preken en vertellingen wordt de nadruk gelegd op de barmhartige Samaritaan en op de achteloze houding van de priester en de leviet.
Eén vraag blijft meestal onbeantwoord: waarom daalde die man af van Jeruzalem naar Jericho?
Het Bijbelverhaal vertelt het niet.
Je kunt denken, dat hij daar familie heeft.
Of dat hij voor zaken naar Jericho moet.
Het ligt waarschijnlijk anders.
In de gelijkenis heeft de man geen naam.
Dat zou erop kunnen duiden, dat zijn belangstelling voor God en Zijn plan erg gering is.
Zijn liefde voor God misschien ook wel.
Het leven in Jeruzalem vindt hij misschien wel saai.
De tempel, de paleizen, altijd weer dezelfde feesten, en dezelfde lezingen uit de boekrollen.
Hij verlangt misschien naar meer beleving.
Naar tekenen en wonderen.
Zoals destijds in Jericho.
Toen deed God de muren van die stad instorten, zodat het volk zonder slag of stoot de stad kon innemen.
In dit verlangen naar tekenen, wonderen, grote gebeurtenissen kan de oorzaak liggen, dat hij wegtrekt, en afdaalt naar Jericho.
Hij trekt weg uit die verheven stad, weg van de tempel, en gaat naar Jericho, een stad in een laagte.
Hij komt er al vrij snel achter dat die weg naar beneden niet zonder gevaar is.
Hij wordt overvallen, beroofd en mishandeld.
Geestelijk bezien was de beroving eigenlijk al in Jeruzalem begonnen.
Toen hij tot het besluit kwam om Jeruzalem te verlaten en naar Jericho te gaan.
En nu, op weg naar Jericho, wordt de beroving van zijn geestelijke schatten afgemaakt.
Waar moet je bij zijn geestelijke schatten aan denken?
Bijvoorbeeld zijn liefde voor God, zijn geloof in God en in de schriften.
Terwijl hij beroofd en gewond langs de weg ligt, kijken een priester en een leviet, die ook op die weg lopen, niet naar hem om.
In de gelijkenis lees je niet, dat zij ook worden beroofd.
Waarom niet?
De rovers hebben al lang gezien, dat er bij hen geen geestelijke schatten te halen zijn.
Ik heb mensen gekend en ken mensen, die ook van Jeruzalem naar Jericho zijn afgedaald.
Geestelijk bezien.
Ze zijn teruggegaan naar een meer aardsgerichte godsdienst.
Vanwege tekenen en wonderen, die toentertijd zouden zijn gebeurd.
Of omdat daar – op aarde – tenminste wat te beleven valt.
Ze lijken tevreden te zijn met hun nieuwe geestelijke onderkomen.
En ogenschijnlijk zijn ze niet overvallen en beroofd.
Maar geestelijk bezien zijn ze volgens mij heel wat kwijtgeraakt.
Nu zul je zeggen: dat overkomt mij niet.
Ik volg de Heer.
Met Hem ga ik de weg omhoog.
Steeds verder Gods heiligdom in.
Want ik heb God en Jezus lief.
Maar toch kan het je overkomen, dat je ongemerkt wat aan het afdalen bent geraakt.
Want de duivel en zijn boze geesten gaan in vele gedaantes rond en stellen alles in het werk om jou op hun weg naar beneden te krijgen.
Met leugen en bedrog en desnoods met geweld.
Dat geweld heb je zo in de gaten.
Maar, als zij zich gaan voordoen als engelen van het licht, heb je dat niet altijd meteen in de gaten.
De duivel en zijn duistere dienaren kennen de bijbel van voor tot achter.
En ze spreken in je hemel soms woorden, die lijken op woorden van de Heer.
Maar, hun bron deugt niet.
Ook komen ze met misleidingen.
Dat het leven als zoon van God hier op aarde voor jou niet haalbaar is.
Andere misleidingen zijn, dat je het allemaal al wel weet.
Dat er niet nieuws is onder de zon.
Via andere wegen kunnen er ook allerlei gedachten op je afkomen.
Soms, lijken die gedachten, of woorden te kloppen.
Toets het maar, en ga er niet klakkeloos op in, of in mee.
Want, als je daar zomaar op ingaat en blijft ingaan, kan het zijn ,dat je op een weg naar beneden, het meer aardsgerichte terechtkomt.
En in handen valt van rovers.
Boze geesten, die je van je geestelijke rijkdommen beroven en je geestelijk beschadigen door sporen van hun werk in je leven achter te laten.
Waar moet je aan denken bij jouw geestelijke rijkdommen?
Geloof in God, leven in verbondenheid met God en Jezus, zicht op Gods plan met de gemeente en jouw leven, verdere vervulling in Heilige Geest, ontwikkeling van zoonschap, je vermogen om de stem van de Heer te verstaan en inzicht in de geestelijke wereld.
En niet te vergeten, Gods vrede en blijdschap.
Het zijn allemaal prachtige, heerlijke dingen.
Daarvan wil je je toch niet laten beroven?
Laat je niet verleiden en daal niet af op een weg naar beneden, waar rovers je opwachten.
Blijf Jezus volgen !.
Want, Hij is en blijft voor jou en mij, ja voor elk mens, de enige weg ten leven.
Jan Verwoerd